Een verhaal in foto’s
De stroom vluchtelingen uit Oekraïne lijkt eindeloos. Zolang de oorlog voortraast, blijven ze komen. Met duizenden per dag, tienduizenden per weekend. Reeds 300.000 passeerden de Moldavische grens.
Een deel van de vluchtelingen komt met de auto, heeft familie of vrienden in West-Europa, wil zo snel mogelijk door. Weg van alle dreiging en ellende.
Een deel, met name jongeren uit het westen van Oekraïne waar (nog) niet wordt gevochten, ziet kansen om met de huidige soepele regels definitief te emigreren naar de EU. Geen toekomst meer in Oekraïne.
Het grootste deel echter, heeft geen geld, geen familie in EU-landen, geen auto, geen… niets. Ze willen niet door, ze kunnen niet terug. Ze willen in de buurt blijven van echtgenoten, zonen en vaders die vechten aan het front. Ze willen terug zodra het kan. Ze komen met twee tassen, een rugzak of een koffer. Met de trein, een bus; soms hele stukken lopend.
Voor die laatste groep spannen Eduard en zijn teams zich dag en nacht in. Aan de grens worden de vluchtelingen opgevangen met warme broodjes en soep. Soms goed geregeld, soms primitief op een soort buitenbarbecue.
Een impressie van de situatie aan de grens is in de video te zien.
Vanaf de grens gaan ze met bussen door. Door naar opvangcentra van de overheid: kale sporthallen met alleen bedden. Door naar opvanglocaties van kerken. Door naar families die vluchtelingen thuis opvangen.
De hulp van de overheid begint langzaam beter te functioneren. Vooral in het doorsturen van vluchtelingen naar de Roemeense grens worden ze erg goed. Opvang in Moldavië zelf blijft lastig. Veel komt aan op vrijwilligers, kerken, particulieren.
Een verhaal in foto’s.
Door de overheid beschikbaar gesteld in een dorpje in het noorden:
Opvang met
- Kamers
- Kale bedden
- Fornuis
Ehm… de kerk kan de rest wel regelen. Toch?
Oekraïense Bijbels zijn nergens meer te krijgen. Gelukkig spreekt iedereen Russisch.